Toen ik buiten stond, besefte ik dat ik
getuige was geweest van zijn artistieke ondergang. Als geen ander was de gitarist in staat
geweest om mij het rijk van de verbeelding binnen te leiden. Met klankeffecten die
hij uit de snaren toverde, door tegelijkertijd de nagel van rechter wijsvinger en
het plectrum in dezelfde hand te gebruiken, riep de magere gestalte met zijn
oude ‘strat’ een haast religieuze sfeer op in het rokerige kroegje. De schokkerig
bewegende figuur in het diffuse podiumlicht gaf als een medium boodschappen uit
een andere wereld door.