27 okt 2011

Onttovering

Toen ik buiten stond, besefte ik dat ik getuige was geweest van zijn artistieke ondergang. Als geen ander was de gitarist in staat geweest om mij het rijk van de verbeelding binnen te leiden. Met klankeffecten die hij uit de snaren toverde, door tegelijkertijd de nagel van rechter wijsvinger en het plectrum in dezelfde hand te gebruiken, riep de magere gestalte met zijn oude ‘strat’ een haast religieuze sfeer op in het rokerige kroegje. De schokkerig bewegende figuur in het diffuse podiumlicht gaf als een medium boodschappen uit een andere wereld door.



Soms voelde ik jaloezie opwellen als hij er in slaagde het juiste geluid te vinden. Maar op die zomeravond in 1981 aan dat grachtje was het voorbij. Die avond trok hij met een ruk de mystieke sluier die zijn muzikale ziel verborg van hem af. Aan de lopende band technische hoogstandjes wekten irritatie. ‘Ja, we weten het nu wel’ hoorde je in de pauze om je heen en enkele mensen liepen weg.

Covers en imponeren was wel wat de nieuwe mode in die dagen voorschreef, maar om je er nou aan over te geven in een cultuur die zich van oudsher tegen modes afzette? Om dat nou rebels te noemen… Hij sloot hij zich aan bij de krioelende groep op de onderste sport van de ladder van de muziekbusiness die elkaar verdringen om opgemerkt te worden.

Zijn imitaties van historische gitaarhelden kon je ondanks dat toch weergaloos noemen, daar kon je mee aankomen op de schoolfeesten en de studentensociĆ«teiten in de binnenstad. Brain Setzer, John McLaughlin, Ronnie Earl. Hij werkte ze vakkundig af in zijn hoekje op het podium. Geleidelijk veranderden zijn eigenzinnige loopjes in saaie schoolse oefeningen. 

Voorspelbaarheid was funest voor het unieke geluid waarmee hij zich ooit onderscheidde. Al gauw kreeg hij de bijnaam ‘op hol geslagen kopieerapparaat’. Daarbij zong hij de longen uit zijn lijf of hij toen al op jacht was naar een plaatsje in de finale van The voice of Holland.

Als een omhoog gevallen voetballer die na een subliem doelpunt naast zijn schoenen gaat lopen en daarna er niet meer in slaagt zijn ploegmaten een behoorlijke pass te geven. Echt talent schittert net zo goed op een eenzame zolderkamer. Maakt niet uit waar, als het maar om de muziek gaat. Succes is bijzaak, leuke bijzaak weliswaar. Je moet niet te graag willen. Daarmee veroordeel je jezelf tot de middelmaat.

Kretz