15 nov 2011

De eeuwige strijd om de ziel

Wanneer je vraagt of de ziel bestaat, krijg je hoogstwaarschijnlijk antwoorden die van elkaar verschillen. De ziel lijkt even ongrijpbaar als het mysterie van de tijd, waarover de kerkvader Aurelius Augustinus in Confessiones schreef: ‘Als iemand het mij vraagt, weet ik het niet, als niemand het mij vraagt, weet ik het’.


Wanneer je in deze maand van de filosofie het debat over de ziel volgt, lijkt dat het geval te zijn: je denkt in de buurt te komen, je lijkt het te begrijpen, om er vervolgens niets meer van te snappen en dan uit onmacht een blokje om te gaan lopen. Wanneer je wederom verdwaalt in de krochten en stegen van de taal denk je gelaten dat het vooral een gezelschapsspel is voor hooggeleerde heren en enkele dames. 

Het gaat over een wereldbeeld en is ook een debat over de vrije wil dat politieke raakvlakken heeft. Maar bestaat die nu wel of niet? Een neuroloog zal vol overtuiging beweren dat de ziel door gelovigen is bedacht, de mystieke geest die na de dood het hogere in zweeft om zich te verenigen met God. Als je op aarde je best hebt gedaan natuurlijk. Mis, dood zijn is echt dood zijn. En experimenten maken duidelijk dat de vrije wil ook niet bestaat. Hersensscans kunnen namelijk vaststellen dat een beslissing al genomen is voordat die persoon er zich bewust van wordt en de beslissing daadwerkelijk neemt. Van de vrije wil kan dan geen sprake zijn.

De filosoof zal onmiddellijk opmerken dat we meer zijn dan een ‘stel sputterende neuronen’ die reflexmatig in een split second een beslissing voor ons neemt. In de experimenten gaat het om een knopje dat in gedrukt moet worden wanneer een figuur op een beeldscherm verschijnt. Om daar uit af te leiden dat we niet over een vrije wil beschikken gaat dan ook te ver. Want wat zal er met de neuronen en het bewustzijn gebeuren wanneer die een complexe beslissing nemen? Een argumentatie over democratie bijvoorbeeld, of een afweging die met meerdere mensen gemaakt moet worden om te reizen naar een onbekend exotisch land? Is dat ook te meten? Nog niet, zal het antwoord zijn.

Wat denk ik zelf over dit proces? Na aanvankelijk verwarring vond ik dat je het beste simpel kunt denken, en wanneer ze dit horen zullen zowel de neuroloog als filosoof waarschijnlijk minzaam lachen. De neuronen in mijn prefrontale kwab zullen ongetwijfeld sputteren, maar ze sputteren wel in mijn hoofd en wie anders dan ik kan ze laten sputteren? Bijvoorbeeld het plan om hierna een globaal overzicht te geven van hoe deze eeuwige strijd zich ontwikkelde met de uitwassen tot in onze tijd aan toe. Of lag dit plan van te voren al vast? 

In de geschiedenis bestaan er een filosofische en politieke ziel. Het woord is te herleiden tot de filosofie van Plato: ‘deze wereld is een schaduw dat streeft naar de eeuwige kennis van het licht’, oftewel ze streeft naar het rijk van de ideeën dat zich bevindt in het hogere. Het Christendom importeert dit gegeven en er ontstaat de strijd om de eeuwige macht tussen de Satan en God, oftewel het goed en het kwaad. Totdat in de 17e en 18e eeuw het geloof door de opkomende wetenschappen in belang afneemt en zal versmelten met de wereldse politieke ideologieën. Met twee Wereldoorlogen die ze tot gevolg hebben in de 20e eeuw.

In ons land kan men een echo horen van deze strijd om licht en duisternis in het debat over de gemeenschap versus het individu. Frits Bolkestein zal in een tegenstander van de vrije wil het eeuwige gezeur van de linkse mens zien die opkomt voor de zielige medemens dat misbruik maakt van de goedertierendheid van het hardwerkende liberale individu. Terwijl Marcel van Dam de mantra ‘eigen verantwoordelijkheid’ als misplaatst ziet in deze harde wereld waarin de kansloze onrendabele mens, een onmisbare schakel in de gemeenschap, uitgebuit wordt en voor wie de sociale zekerheid in stand dient te blijven. 

Kretz

Geen opmerkingen:

Een reactie posten