Tinneke Beeckman beschouwt in haar boek
Macht en onmacht de
filosofie van Foucault als een aanslag op de waarden van de
Verlichting. “De kracht van de rede werd [door F] ontmanteld, democratie
argwanend benaderd, streven naar waarachtigheid en objectieve
waardeoordelen ondermijnd”. Hij opende zo de deur voor het
(moslim)fundamentalisme.
“Foucault was stekeblind: onderdrukking van vrouwen, religieuze minderheden en homo’s onder een islamitisch regime”.
Met haar kritische filosofie toont Beeckman zich in ieder geval schatplichtig aan Foucault…
Kretz