26 dec 2019

Op zoek naar de nieuwe tijd


Het wonderlijke gedicht Wie in de leegte van de middag zweeft van Gerrit Krol, wil nog wel eens in mijn gedachten opborrelen. Toen ik het dertig jaar geleden las, kreeg ik een beeld voor ogen van een jongetje van een jaar of zes dat op een zomerdag op een stoepje zit. Onbestemd kijkt het voor zich uit. De warmte doet de lucht zinderen en geen teken van leven in de straat. De hemel of hel?


Ik meen te weten dat het verlaten kind zich gelukkig voelt. Hoe ik dat weet? Dat jongetje was ik. Hoe kon ik anders overspoeld worden door zo’n gelukzalig gevoel? En het bewijst de kracht van taal. Krol gebruikt dit gedicht in zijn notities om het onnoembare aanschouwelijk te maken. ‘Symboliek van eeuwigheid’, schrijft hij, ‘het zal duidelijk zijn waarom ik juist deze regel tot titel heb uitverkoren’.

Deze zin sluimert al jaren in mijn hoofd. Als het tijd is springt hij uit een hersenplooi tevoorschijn en gaat op de loop met me. Elke keer in een andere vorm. Zoals van de week toen ik een vrouw ontmoette aan de bar. Ze vertelde dat ze destijds haar boekwinkeltje had moeten sluiten wegens gebrek aan liefhebbers. Op boekentocht in het verleden was ik wel eens bij haar binnengevallen, liet ik weten.

In die dagen maakte ik namelijk fanatiek jacht op Franse literatuur. Of ik de taal machtig ben? Ik spreek tegenwoordig nauwelijks Frans, maar lezen gaat nog redelijk goed. Alleen de titel van dat boek van Marcel Proust wist ik niet meer en ik bestelde twee bier. Natuurlijk wist ik nog dat ik het bij haar had gevonden. Dat vond ik namelijk zo aardig om te zeggen.

De proustiaanse sfeer van sommige antiquariaten in de binnenstad betoverde me elke keer weer, mijmerde ik voort. Je besteeg een krakende trap naar de Franse verdieping en rook hun geur. Ze stonden hunkerend op je te wachten in het diffuse licht van de zolder. En ik dacht aan enkele strofen uit Krakende trappen van Remco Campert:

en boven,
onder de hanenbalken van de zolder, 
onder een onbeschermde hemel, 
bemint in middaglicht, 

Je sloeg een Françoise Sagan open of Marguerite Duras en zag de aantekeningen van een vorige eigenaar. Aan de grote ronde letters te zien kan dat alleen een meisje zijn geweest, dacht ik dan weemoedig.

Liefde?
We vinden liefde overal
en telkens weer, vermomd
als een ervaren actrice;

Waarom ik nooit boekwinkeltjes meer bezoek, wilde de vrouw toen aangedaan weten. De bierconsumptie sprak nu een woordje mee: Tja… Als ik eerlijk moet zijn is het internet wel handig. ’s Ochtends om tien uur bestel je een boek, de volgende middag ligt het al in je brievenbus.

Kretz