Zondagmiddag liep ik over een Amsterdams
plein waar her en der verspreid jonge mensen op muurtjes op ‘corona
afstand’ van elkaar in het bleke voorjaarszonnetje zaten. Ergens in het midden viel
me een sexy gekleed meisje op die het middelpunt vormde van drie jongens waarvan
de middelste coronacool naar haar keek. Door de anderhalve metergrens waar de jongens telkens tegen
opbotsten, geregisseerd door het RIVM, was niet te bepalen wie bij wie hoorde –
of zou willen horen.
Dat leverde een vervreemdend magisch realistisch
beeld op dat mij deed denken aan de film l’Année dernière à Marienbad uit 1961 van
Alain Resnais. Het verhaal speelt zich af in een luxe kuuroord ergens in
Tsjecho-Slowakije waar mensen in de monumentale tuin van het hotel als
gehypnotiseerd minuten lang op afstand van elkaar traag om elkaar heen draaien.
De scènes bestaan uit reeksen ‘bewegende
stills’ waarvan niet duidelijk is of die in verleden heden of toekomst speelt. Het
verhaal is summier, er verschijnt een man in beeld die beweert een vrouw in het
hotel te kennen waarmee hij in gesprek raakt (hebben wij elkaar niet eerder
ontmoet? ). Simpele stukjes tekst waarbij de acteurs betekenisvol kijken, afgewisseld
door trage stroperige beelden die droom en werkelijkheid laten botsen. Waardoor
nietszeggende teksten diepere betekenis krijgen.
Een film waardoor ik me destijds intellectueel nogal beperkt
voelde, omdat ik niet begreep waar die nou over ging. Die gaat weliswaar nergens
over, maar het was de bedoeling om er iets interessants over te zeggen. Ik had niet
meer te melden dan ‘goeie film weet-je-wel!’. Een doodzonde in het
arbeidersmilieu waarin ik opgroeide. Mijn generatie was pretentieus, die studeerde
en moest carrière maken om de geur van spruitjes en gestopte sokken te kunnen ontsnappen.
Nam je de trein naar Marienbad of bleef je in Coronation Street? De jaren zestig zou je de de bakermat
kunnen noemen van de hedendaagse streber.
Ik kon maar geen afscheid nemen van de
cultuur van Coronation Street. De Amsterdamse variant welteverstaan. Lekker ongecompliceerd
‘zeiken zeuren zaniken’ aan de bar van een onvervalste volkskroeg. Tot je
omvalt, in een taxi wordt gehesen en de volgende dag opbelt om te vragen wat er
gebeurd is (je stond in je blote reet op de bar man!). Kom daar maar eens om
bij de hedendaagse culturele nazaten van de Nouvel vague (talentenjachten,
afgezaagde jaren zestig bandjes, talkshows, BN'ers, design). Als je een slok op hebt in
die kringen, dan betekent dat excommunicatie waarbij een levenslange corona-afstand
van vijf meter aangehouden wordt.
Nu we het er toch over hebben, volgens
mij zou deze Coronacrisis wel eens de nekslag kunnen beteken van de oude
Amsterdamse buurtkroeg. Die liep toch al niet meer zo goed door de opkomst van
de ‘Gooise carrièretent’. Amsterdamse zuiptenten zijn niet cool, voor zover ze dat al waren.
Kretz