Wat filosoof Hans Achterhuis deze maand
in Filosofiemagazine schrijft, begrijp
ik niet goed. Tijdens de maand van de filosofie in april, met de titel Schuld en Boete, schrijft Achterhuis, zullen
filosofen en economen met elkaar in debat gaan over de crisis. Vervolgens
beweert hij: ‘Filosofen zullen beslagen ten ijs moeten komen om niet onderuit
gehaald te worden door de economen’.
Filosofen onderuit gehaald door
economen? Dan heb ik iets gemist, want ik vroeg me juist af wie economen nog
serieus neemt. Dat politici economen omhelzen, wist ik. Politici zijn te
vergelijken met bankmanagers (hoe zou je de opportunistische Paarse politici in
ons land trouwens anders moeten noemen?) die verslaafd zijn aan hetzelfde waar de
economen aan verslaafd zijn: het neoliberale groeimodel. De enige reden waarom op
dit moment streng bezuinigd wordt, is om op termijn nog groter te kunnen groeien.
Dat zit nu eenmaal in het model. Alleen Marianne Thieme van de PvdD kan je
horen spreken over ‘consuminderen’.
Een versimpeld overzicht. Tot voor kort
werden mensen tot risicovolle leningen aangezet om zo het eigen bezit te
stimuleren. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je niet leent, was de
slogan. Een tweede huis, een nieuwe luxe motorboot? Sluit er een hypotheek op af en je krijgt een aanzienlijk bedrag terug. De kosten komen toch uit de grote
pot. Was ook goed voor het vertrouwen – het begrip vertrouwen dat economen alleen
maar kunnen uitdrukken in een getal, geeft echter al aan dat er iets grondig
mis is. Sinds kort begrijpen ze dat de risico’s van het eigen bezit met gemanipuleerde
rentes werden verdoezeld, waardoor we zo lang op de pof konden leven.
Of de we met deze kennis de crisis te
boven komen? De huidige politiek kan je vergelijken met een alcoholist die nodig
moet afkicken, en daarom wordt opgesloten in de wijnkelder van een markteconoom.
Dat we voorlopig nog niet van de crisis af zijn zie je ook goed op tv. Het televisiescherm
is vergeven van economen die, bescheiden zoals hoogopgeleide mensen betaamt, zich
beschaafd doch beslist aan ons opdringen. Ze giechelen vaak om de leuke kleine dingen
in het leven, tussendoor geven ze wat economische adviezen aan het volk, voor
de rest koekeloeren ze zo voordelig mogelijk in de cameralens.
Zie doctor in de economie Mathijs Bouman
van RTL Z eens, die met een club economen vlotte shows geeft met zijn
theaterprogramma de Financiële
Rollercoaster, waarin ze de beleggingscultuur nieuw leven inblazen. Aan markteconoom
prof. dr. Baarsma van de UvA valt niet te ontsnappen. Als je zapt zie je haar wel
ergens beweren dat ze Nederland het liefst ziet als een taximarkt, waarbij ze
mensen met een andere kijk steevast wegzet als ouderwets. Gedenkwaardig is ‘het
moment’ van de sinds 2008 rijzende ster van hoogleraar economie Bas Jacobs. Door
toenmalig minister van Financiën Wouter Bos was Jacobs met zes collega’s gevraagd
om de regering advies te geven over de slechte economische vooruitzichten als
gevolg van de crisis. ‘Er ging wat door me heen’, verklaarde Bos in het
tv-programma Buitenhof. Hij prees zich zelf gelukkig ‘met deze geweldige denkkracht
aan een tafel te mogen zitten.’
Denken kunnen ze, maar ze hebben meestal
weinig meer moreel besef dan een zakjapanner is vele malen gebleken. Besef dat de
economie meer is dan een reeks getallen in een doorgaans gammele theorie, is
niet voor economen weggelegd. De titel van het debat Schuld en Boete, ontleend aan het boek van Dostojewski, dat
verhaalt over übermensch Raskolnikov
die zijn roofmoord op de woekeraarster Ivanovna goedpraat, kan om te beginnen al
miscommunicatie opleveren. Economen, autistisch als ze zijn, zullen niet in
staat zijn de titel anders te begrijpen dan letterlijk, waardoor een surrealistisch
debat zal ontstaan.