Dat
herinneringen opriep over mijn datingavonturen. De vrouw waar ik destijds mee
afsprak stapte uit de tram en stelde voor om naar een voor mij onbekend
etablissement te gaan. We bereikten een grote ruimte bomvol jonge mensen. (Wij
waren twee keer zo oud). Aan een lange houten tafel waren twee plekjes vrij en
we wurmden ons ertussen. Mijn date stak op de luide toon van wal over haar
carrière waar ze maar niet over uitgepraat raakte. Het valt me sinds die tijd
op dat aan lange houten tafels in dat soort gelegenheden luid gesproken wordt,
op het schreeuwen af.
Dat
volgens mij te maken heeft met de besproken onderwerpen: succes en carrière.
Dan moet je op je hoede zijn, dat betekent meestal een hoop verborgen psychisch
leed. Zou je deze vreetschuur niet de bakermat van het Depressiegala kunnen
noemen? Dat vooral in dit soort kringen - hoogopgeleid, mediagetraind gedrag - hip
is. Schreeuwen over je toekomstige carrière in een horecagelegenheid en antidepressiva
liggen volgens mij niet zo ver uit elkaar.
Ik
luisterde braaf naar mijn gezelschap, keek ondertussen wat om me heen toen mijn
date plotseling met half dichtgeknepen ogen vroeg: ‘Jouw employability, hoe zit het er mee?’ ‘Me wat mevr…?’ Ze wist genoeg,
knipte met haar vingers voor mijn ogen alsof ik uit hypnose moest komen en zei:
‘geen klik’. En ze liep met daadkrachtige tred naar de tram.
Ik
gaf de moed niet op, optimist als ik ben, en swipete verder. Geen carrièregedoe deze keer. De volgende
ontmoeting was het type zweefmolen uit de Ruigoord-klasse. Ze liep op blote
voeten en ik zag in haar hippe Afghaanse tas, waar ze voortdurend in
scharrelde, kleurige ballonnetjes en patronen voor een slagroomspuit. Naïef als
ik ben - oké, in het verre verleden hing ik wel eens met mijn neus in de
suikerpot - vroeg ik of ze een kinderpartijtje had.
Verbaasde
blik en ze nam me zwijgend aan de hand mee. Ik verzeilde vervolgens op een
weide bij een groep mensen op blote voeten waarvan de meesten nonchalant een
gitaar om hun nek hadden hangen. Waarop ze overigens niet speelden al was het
alleen maar omdat ze voortdurend in de weer waren met ballonnetjes. Mijn date
verloor ik uit het oog, of liever gezegd zij mij, en ik droop af naar de tram.
De
volgende ochtend werd ik wakker met het besef: de tweede date dacht hetzelfde
over mij als ik over de eerste. De daaropvolgende was daarom een combinatie van
deze twee - voor zover je dat kunt uitkiezen, want iedereen op internet liegt
in zijn of haar profiel er op los. Allemaal ‘drukdrukdruk’ en succes
natuurlijk.
Zij
bleek een hardwerkende advocate op de Amsterdamse Zuidas, maar wel elk weekend
zo dronken als een Russische matroos op de Amsterdamse Wallen. Geen land mee te
bezeilen. Op naar de tram. Na verloop van tijd kreeg ik het vermoeden dat vooral
het GVB profijt heeft van het nationale datingvirus en hield het net als Joshua
voor gezien.
Kretz